Ingrediënten: 75 gram rozijnen, 75 gram krenten, water, 500 gram bloem, 10 gram zout, 2 zakjes gedroogd gist, 30 gram lichtbruine basterdsuiker, 50 gram boter, 2 eieren, 240 ml lauwwarme melk, 2 eetlepels speculaaskruiden, 1 kleine appel,
Aantal krentenbollen: 14
Wel 75 gram rozijnen en 75 gram krenten in lauw water. Bij voorkeur een hele nacht en anders zeker een paar uur. Meng 500 gram bloem met 10 gram zout, 14 gram gist (zorg dat dat niet in de buurt komt van het zout voordat je gaat kneden), 30 gram lichtbruine basterdsuiker, 50 gram in kleinere stukjes gesneden boter, 1 ei (op kamertemperatuur), 240 ml lauwwarme melk en 2 eetlepels speculaaskruiden. Kneed het deeg ongeveer 10 minuten. Doe er op het laatst de gewelde rozijnen, gewelde krenten en 1 geschilde en in kleine stukjes gesneden appel bij. Laat het deeg ongeveer 1 uur op een warme plaats rijzen.
Verdeel het deeg vervolgens in ongeveer 14 gelijke stukjes (ik heb het gewoon met een grote huishoudschaar geknipt). Bol de 14 stukjes deeg op en leg het op een met bakpapier bekleedde bakplaat met genoeg ruimte er tussen. Dek het weer af en laat het nog eens 45 minuten rijzen op een warme plek. Verwarm ondertussen de oven voor op 220 graden.
Kluts 1 ei en bestrijk hiermee de bolletjes voordat ze de oven in gaan. Zet de krentenbollen in het midden van de voorverwarmde oven en bak de broodjes in ongeveer 15 tot 20 minuten gaar. Laat de broodjes goed afkoelen. Smul ze!
0
